- afdragen
- {{afdragen}}{{/term}}1 [naar beneden brengen] carry down2 [door dragen afslijten] wear out3 [overdragen] make over, transfer, hand over, turn over♦voorbeelden:1 wij moesten hem de trap afdragen • we had to carry him downstairs2 afgedragen schoenen • worn-out shoes3 geld afdragen • transfer money
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.